500 Mensen zagen JEZUS LEVEND na Zijn DOOD

Apologeet.nl

500 Mensen zagen JEZUS LEVEND na Zijn DOOD

Introductie

Stel je eens voor dat je moet sterven voor een verhaal. Geen vaag idee of één of andere filosofie, maar een concreet verhaal waar je zelf bij was. Dat is precies de keuze waar de eerste ooggetuigen van Jezus voor stonden. Ze stierven niet voor een geloofsovertuiging, ze stierven voor dat wat ze met hun eigen ogen hadden gezien. En dat roept allerlei vragen op die dwars door de geschiedenis heen snijden: welk bewijs was zo krachtig dat het hen letterlijk alles kostte, en waarom hechten christen over de hele wereld nog steeds zo veel waarde aan dat bewijs. Waarom gaan christenen vandaag nog steeds liever dood dan dat ze hun geloof de rug toe keren. En tot slot, waarom wil men dat bewijs vandaag de dag nog steeds liever niet zien?

De Prijs van een Getuigenis

Om te begrijpen wat ze opofferden, moeten we één woord uit de oorspronkelijke taal van het Nieuwe Testament onder de loep nemen: martys. Dat is Grieks voor ‘getuige’. Wij kennen het nu als ‘martelaar’. Die betekenisverschuiving is natuurlijk geen toeval; het is de geschiedenis van het vroege christendom in een notendop. Anders dan in de Islam werden de eerste apostelen niet opgeroepen om te sterven in één of andere heilige strijd. Nee, ze werden juist opgeroepen om te getuigen van wat ze gezien hadden. Getuigen van een leeg graf en een levende Christus. Maar in de meedogenloze arena van het Romeinse Rijk bleek dat getuigenis al snel levensgevaarlijk.

Het Romeinse Rijk tolereerde veel religies, maar eiste wel dat je meedeed aan de keizercultus: een offer brengen aan de keizer als god. Voor de vroege christenen was dit een onmogelijke grens. Hun standpunt was dat van de apostel Petrus: "Men moet aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen." (Handelingen 5:29). Er was maar één Heer, en dat was niet de keizer in Rome. Die weigering of ongehoorzaamheid werd niet zomaar gezien als een religieus standpunt. Nee, het werd gezien als politiek verraad. En politiek verraad werd op een meedogenloze manier de kop ingedrukt.

Even een zijsprongetje. Sommige christenen suggereren dat Romeinen 13 Paulus zegt dat we de overheid altijd moeten gehoorzamen. Dat zou betekenen dat die eerste christenen gewoon hadden moeten doen wat het Romeinse rijk hen opdroeg. Ik heb daar een zesdelige serie van gemaakt om uit te leggen hoe we dat soort teksten moeten bekijken. De video serie is in het Engels maar op deze pagina vind je de Nederlandse vertaling

Weer even terug naar het onderwerp van vandaag. Volgens de traditie was Stephanus de eerste die de hoogste prijs betaalde. Terwijl hij werd gestenigd, getuigde hij voluit in Handelingen 7:55-56

Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God. En hij zei: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God.

Zijn dood was geen uitzondering, maar het begin van een patroon. Een patroon van martys: je getuigenis bezegelen met je leven.

Het Onwaarschijnlijke Complot

Er zijn nog steeds mensen die beweren dat de apostelen het verhaal van de opstanding gewoon hebben verzonnen. Een compleet achterhaald argument natuurlijk, maar laten we die gedachte eens even serieus nemen. Als het een leugen was, dan was het een complot. Een complot, bedacht door een groepje doodsbange, verslagen vissers en tollenaars, wiens leider net op de meest vernederende manier door de Romeinse staat was terechtgesteld. Wat zouden ze met zo’n leugen winnen? Geen geld, geen macht, geen status. Integendeel, het bracht hen in direct conflict met zowel de Joodse leiders als de Romeinse bezetter. Het was precies wat Jezus hen had voorspeld: “Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen” (Johannes 15:20).

Een complot is alleen succesvol als de samenzweerders er beter van worden. Maar wat ‘wonnen’ de apostelen met dit complot? De geschiedenis laat het ons zien: vervolging, marteling en vaak stierven ze een gewelddadige dood. Voor de dood van Jacobus, de zoon van Zebedeüs, hebben we direct Bijbels bewijs in Handelingen 12:2, waar staat: "En hij [koning Herodes] doodde Jakobus, de broer van Johannes, met het zwaard.". Voor de kruisiging van Petrus en de onthoofding van Paulus bestaat sterk bewijs uit zeer vroege christelijke getuigenissen en geschriften. Voor de andere apostelen zijn de tradities later en minder goed vast te stellen. Maar zelfs al zouden ze niet gedood zijn, dan nog kunnen we er vrij zeker van zijn dat deze leugen hen geen gelukkig leven heeft gegeven.

Zouden deze mannen, tot hun laatste ademtocht, vasthouden aan een verhaal waarvan ze wisten dat het niet klopte? Mensen sterven voor wat ze geloven dat waar is. Wie sterft er voor een leugen die hij zelf heeft bedacht? De overtuiging die de apostelen hadden was zo onwrikbaar, dat het een vraag oproept die de geschiedenis in echoot: Wat hadden zij gezien? Wat maakte dat ze hun baan, familie en status achter zich lieten om vervolgens als uitschot behandeld te worden?

De Getuigen Die Hun Verhaal Opschreven

Dit fenomeen stopte niet na de eerste generatie. Het verspreidde zich als een lopend vuur, en we kennen de verhalen omdat omstanders ze opschreven, soms werden de gebeurtenissen letterlijk opgeschreven in de schaduw van hun eigen executie.

Neem bijvoorbeeld Ignatius van Antiochië. Rond het jaar 107-110 werd deze bisschop in ketens naar Rome gevoerd. De traditie leert ons dat hij daar voor de wilde dieren werd geworpen. Onderweg schreef hij zeven brieven die we vandaag nog hebben. Zijn houding weerspiegelt de woorden van de apostel Paulus: “Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst.” (Filippenzen 1:21). In zijn brief aan de Romeinen verteld Ignatius zijn medechristenen niet voor hem in de bres te springen. Hij schrijft: "Ik ben de tarwe van God: ik word gemalen door de tanden van de wilde dieren." Hij zag zijn dood niet als een einde, maar als de ultieme navolging van Christus.

Of kijk naar het verhaal van Perpetua en Felicitas in Carthago, rond het jaar 203. Perpetua was een jonge, adellijke moeder met een baby. Haar verhaal is uniek omdat we delen van haar dagboek bezitten. Haar eigen vader smeekte haar om haar geloof in de opgestane Heer af te zweren. "Denk aan je zoon," zei hij. Het enige wat ze hoefde te doen, was een snufje wierook offeren aan de keizer, maar ze weigerde. In haar dagboek beschrijft ze een visioen van een ladder naar de hemel. Voor haar was de keuze helder: haar tijdelijke aardse leven redden door haar Heer te verloochenen, of een eeuwig leven binnengaan door trouw te blijven. Samen met haar slavin Felicitas werd ze in de arena gedood. Haar dagboek is geen makkelijk te verteren theologisch werk; het is het rauwe, persoonlijke getuigenis van een vrouw die geloofde dat Christus meer waard was dan het aardse leven zelf.

Het Eerlijke Bewijs

Laten we maar even eerlijk zijn. Het feit dat Ignatius, Perpetua en vele duizenden anderen bereid waren om te sterven, is geen keihard wiskundig bewijs voor de opstanding van Jezus. Deze getuigenissen zijn geen geheime ingrediënten waardoor we ineens de opstanding in een laboratorium kunnen testen.

Maar wat het wél onomstotelijk bewijst, is de diepe, onwrikbare oprechtheid van hun overtuiging. Het maakt de makkelijkste verklaring—dat het allemaal een cynisch complot was—extreem onwaarschijnlijk. Hun dood verandert het debat. De vraag is niet langer: "Is het een leugen?", maar: "Wat was de bron van zo’n levensveranderende, onwankelbare overtuiging?"

Bij de eerste christenen kunnen we zeggen dat ze de Here Jezus met eigen ogen hebben gezien. De apostel Paulus verwijst hier ook naar in 1 Korinthiërs 15:3-8

Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften, en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf. Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen. Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen. En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen

Paulus zegt eigenlijk zoiets als “jullie hoeven mij niet te geloven! Ga het maar navragen bij één van die vele honderden die Hem gezien hebben.”

Er zijn aanzienlijk minder geschriften gevonden die getuigen van de regering van keizer Nero en toch twijfelt niemand dat die man ooit bestaan heeft. Er bestaat een schat aan schriftelijk, zowel buitenbijbels als bijbels, bewijs dat aantoont dat het christendom niet op een sprookje is gebaseerd. Zo’n overvloed indirecte en directe getuigen zou genoeg moeten zijn om de feiten te aanvaarden: Jezus is opgestaan uit het graf en heeft daarmee laten zien dat Hij is Wie Hij is! De Zoon van de allerhoogste God.

Een Onverklaarbare Groei

En die overtuiging had een effect dat historici tot op de dag van vandaag proberen te verklaren. Een kleine, vervolgde Joodse sekte uit een uithoek van het Romeinse Rijk, met een gekruisigde ‘misdadiger’ als leider, werd binnen drie eeuwen de dominante kracht in datzelfde rijk. De Amerikaanse socioloog Rodney Stark schat dat er in het jaar 40 na Christus ongeveer 1000 christenen waren en dat de christelijke bevolking elke tien jaar met 40% groeide. Dit zou betekenen dat er in het jaar 100, 7530 christenen waren, in het jaar 200 na Christus 217.795 en aan het einde van de derde eeuw 6.299.832 christenen.i

Hoe kon dat? Van de Islam weten we het wel, dat ging gepaard met het zwaard. Maar de eerste christenen hadden helemaal geen militaire macht, geen politieke steun en ze verkeerde onder constante dreiging. Het was waarschijnlijk de vroege kerkvader Tertullianus die een verklaring gaf dat later beroemd is geworden. Hij schreef dat "het bloed van de christenen zaad is", een idee dat vaak wordt samengevat als: "Het bloed van de martelaren is het zaad van de kerk". De openbare executies waren geen afschrikmiddel, maar een demonstratie. Het publiek zag geen criminelen, maar mensen van alle rangen en standen die met een onbegrijpelijke vrede hun dood tegemoet gingen. Ze zagen iets waarvoor het waard was om te sterven, en vroegen zich af wat het was. De getuigenis van de martelaren was de krachtigste preek die het vroege christendom had.

Ik heb eerder een video gemaakt over vervolging, maar dan met een andere invalshoek. De video is in het Engels maar op deze pagina vind je de Nederlandse transcriptie.

De Echo van 2000 Jaar

Dit patroon van vervolging is na de val van het Romeinse rijk niet gestopt, in tegendeel, het loopt als een rode draad door de geschiedenis, tot op de dag van vandaag. Volgens de World Watch List 2025 van de organisatie Open Doors worden wereldwijd meer dan 380 miljoen christenen geconfronteerd met zware tot extreme vervolging. De context is veranderd, maar de kern van het conflict is vaak hetzelfde als in het oude Rome. De vervolgde christenen ervaren de waarheid van Paulus’ woorden in Romeinen 8:35, 37

Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? […] Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad.

Dit is geen vergeten geschiedenis. Het gebeurt nu. We horen er in de seculiere media niet zo veel over, maar vele christenen, in met name Moslim landen, worden vervolgt, verkracht, gemarteld en gedood. Waarom? Omdat ze Jezus niet willen ontkennen.

Hetzelfde Hart, Hetzelfde Motief

Maar het meest onthutsende is niet dat de vervolging doorgaat. Het is de schokkende overeenkomst in de motieven. Als je luistert naar de verhalen van moderne gelovigen die alles op het spel zetten, hoor je de echo’s van Ignatius en Perpetua.

Ze worden niet gedreven door haat of politiek. Hun getuigenis is per definitie geweldloos; ze ondergaan het lijden, ze veroorzaken het niet. Hun drijfveren zijn, na 2000 jaar, nog steeds dezelfde: een diepe, persoonlijke trouw aan Christus, een verlangen Hem na te volgen, imitatio Christi, en een onwankelbare hoop op de opstanding. Ze leven de woorden van Jezus uit, die zei: "Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis dagelijks opnemen en Mij volgen." (Lucas 9:23). Een Koptische christen in Egypte die zijn kerk herbouwt na een bomaanslag, een pastoor in een Noord-Koreaanse ondergrondse gemeente, of de Nigeriaanse christelijke familie die vermoord en verbrand word—ze worden gedreven door dezelfde kracht die de apostelen uit hun bovenkamer joeg en Perpetua in de arena deed staan.

De kern is ongemakkelijk

En dit brengt ons terug bij de kern. De autoriteiten, de sceptici, de ongelovigen, toen en nu, zien dit bewijs liever niet. Niet omdat het onlogisch is, maar omdat het ontwrichtend is. Het presenteert een autoriteit die hoger is dan de staat, een loyaliteit dieper dan bloedbanden, en een hoop sterker dan de dood. Het maakt de atheïst ongemakkelijk! Het is één ding om te zeggen dat christenen gek zijn maar om te beweren dat ze bereid zijn te sterven voor een leugen is ronduit dom!

Uiteindelijk gaan de getuigenissen van de martelaren niet over de dood. Hun standvastigheid is geen bewijs op zichzelf, maar het wijst met een onontkoombare kracht naar de bron van hun moed: de overtuiging dat de Man voor wie ze stierven, hen was voorgegaan in de dood én opstanding. Zoals Jezus zelf zei: "Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat?" (Johannes 11:25-26).

Van de eerste christenen kunnen we zeggen dat ze de opgestane Heer zélf gezien hebben. Ze konden niet anders dan de feiten aanvaarden. Maar hoe zit dat nu, 2000 jaar later? Nog steeds horen we verhalen van mensen dat ze de Here Jezus zélf hebben gezien. Ja, dat gebeurt. Jezus laat Zichzelf nog steeds aan mensen zien. Maar een overgrote meerderheid hebben dat voorrecht nooit gehad. De meerderheid heeft alleen maar gehoord van de opgestane Heer. Maar we weten ook dat horen alleen de mens niet bij God brengt. We zien dat velen simpelweg weigeren te geloven dat het getuigenis waar is. Maar ondanks dat de Here Jezus niet aan iedereen verschijnt, geeft Hij wel iedereen de kans om het getuigenis van de martelaren te aanvaarden. Hij overtuigt door Zijn Geest.

Aanvaard het of niet

De gemiddelde sceptici vraagt zich af waarom we in de opgestane Heer geloven. Als je dan vraagt: “Bedoel je dat als ik je een redelijk antwoord op deze vraag kan geven, je je vertrouwen in Jezus als je Verlosser zult stellen?” dan worden ze ongemakkelijk zullen ze steevast antwoorden: “Ik heb nog veel meer vragen!” De sceptici is niet op zoek naar antwoorden; hij verwerpt het licht dat God hem heeft gegeven. Maar anderen zien de glorie van Jezus, ze horen de ongelooflijke getuigenissen en geloven. Ze geloven de directe ooggetuigen en de vele duizenden sindsdien!

Dat is een getuigenis dat 2000 jaar lang de wereld op zijn kop heeft gezet. En het stelt vandaag nog steeds dezelfde vraag aan ieder van ons: als mensen bereid waren er alles voor op te geven, wat zou de waarde ervan dan voor jou kunnen zijn?


Eindnoot

i Stark, R. The Rise of Christianity: a sociologist reconsiders history. Princeton: Princeton University Press, 1996.


0 0 stemmen
Article Rating
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Comments
Nieuwste
Oudste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
%d bloggers liken dit: